Home

Bijlagen niet ter vaststelling (GS begroting 2026)

Wat willen we bereiken?

Beleidsdoel

9.1

Het bedrijfsleven en werknemers zijn toegerust op de toekomst

9.2

Bedrijven en (kennis)instellingen werken aan innovaties voor maatschappelijke transities passend bij het regionaal profiel

9.3

Er zijn voldoende vestigingsmogelijkheden in aantal en kwaliteit

Wat gaan we daarvoor doen?

Beleidsdoel

P9-1

Toekomst bedrijfsleven en werknemers

Meerjarendoel

9.1.1

De regionale arbeidsmarkt functioneert beter door goede aansluiting vraag en aanbod waarin Leven Lang Ontwikkelen centraal staat.

Wat doen we?

  • We geven opvolging aan de halfwegevaluatie UTA uit 2025 door de herziening van de impulsregeling. Via onze steun aan de UTA en de subsidieregeling Impulsplannen UTA worden publiek-private opleidingsinitiatieven gestart en opgeschaald.   
  • In 2026 hebben nieuwe doelgroepen kennisgemaakt met arbeidsmarktdienstverlening vallend onder het Regionaal Talentfonds en daarmee een eerste stap gezet in het versterken van de arbeidsmarktpositie.  
  • Door het ontwikkelen van en participeren in innovatieve arbeidsmarktprogramma’s, zoals 2 impulsplannen, stimuleren we regionale en (boven)sectorale samenwerking tussen werkgevers, niet-bekostigde instellingen en publieke opleiders en proberen daarmee middelen vanuit het Rijk en/of de Europese Unie naar de regio Utrecht te halen.

Beoogde resultaten:

  • We brengen deze regionale samenwerking inclusief de beschikbare expertise en middelen onder de aandacht van andere beleidsopgaves waar ook personele uitdagingen van toepassing zijn. Op basis van de lerende evaluatie wordt de UTA in 2025 verder doorontwikkeld.  In 2026 worden 3 tot 5 succesvolle impulsplannen via de UTA beschikt.   
  • In 2026 is het bereik van het Regionaal Talentfonds verder opgeschaald en hebben 1.000 extra werkenden en werkzoekenden scholing gevolgd of zijn dit aan het volgen.  

Meerjarendoel

9.1.2

Bedrijven en werknemers zijn beter voorbereid op maatschappelijke transities passend bij het regionaal profiel, zoals digitalisering en circulaire economie.

Wat doen we?

  • Provincies Noord-Holland en Flevoland zijn onze partners in de Europese Digitale Innovatie Hubs (EDIH). In 2026 geven we samen invulling aan de verdere doorontwikkeling van de EDIH om bedrijven te stimuleren om verder te digitaliseren.   
  • Samen met het team Circulaire Samenleving voeren we de uitvoeringsagenda bij de middellange termijn strategie uit. Belangrijk onderdeel is daarin bedrijven, ketens en de ruimtevraag.

Beoogde resultaten:

  • Vanuit de Europese Digitale Innovatie Hubs (EDIH) worden in 2026 circa 100 bedrijven in de provincie Utrecht bereikt via events, 1-op-1 gesprekken, volwassenheidsscans en advies over vervolgstappen.    
  • Samen met team circulaire samenleving geven we in 2026 concrete invulling aan de Middellange Termijn strategie circulaire samenleving. Bijvoorbeeld via het stimuleren van circulair business development bij de ROM.
  • Via de ketenregisseurs circulaire zorg worden in 2026 minimaal 6 ketens gesloten en doen we een verkenning naar resultaatfinanciering in de circulaire economie.  

Meerjarendoel

9.1.3

De dienstverlening voor (mkb-) ondernemers is beter op elkaar aangesloten.

Wat doen we?

  • We ondersteunen het Utrecht International Center bij het warm welkom heten van nieuwkomers en het toekomstbestendig maken van de uitvoeringsorganisatie zelf.

Beoogde resultaten:

  • In 2026 zetten we in op verdere opschaling (in kwaliteit en in kwantiteit) van de regionale samenwerking doordat er 2 nieuwe partners (voornamelijk gemeenten) worden betrokken bij de samenwerking. We organiseren en faciliteren de fysieke bijeenkomsten 3 – 4 keer per jaar. Door regionaal samenwerken brengen we dienstverleningspartners in de regio samen, waardoor de dienstverlening wordt ontschot, informatie en best-practices onderling meer worden gedeeld en koppelkansen worden benut.  
  • Verbeteren online omgeving (inzet tool) om het uitwisselen van informatie over dienstverlening tussen partners onderling toegankelijker te maken. Waar mogelijk sluiten we aan bij landelijke initiatieven om de dienstverlening te verbeteren.
  • Het Utrecht International Center heeft aantoonbaar SMART resultaten geboekt op het vlak van geholpen nieuwkomers (10.000), aangesloten gemeenten (2 extra), regionale mkb-partners (100) en corporate partners (tenminste 3 extra). We ondersteunen het Utrecht International Center bij het warm welkom heten van nieuwkomers en het toekomstbestendig maken van de uitvoeringsorganisatie zelf.

Beleidsdoel

P9-2

Bedrijven werken aan innovaties maatscha

Meerjarendoel

9.2.1

De dienstverlening voor (mkb-) ondernemers is beter op elkaar aangesloten.

Wat doen we?

  • We geven vanaf 2026 structureel meer ondersteuning aan de EBU om het netwerk van bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden beter in te kunnen zetten om het regionaal profiel krachtig uit te dragen bij het Rijk en de EU.  
  • We onderbouwen het regionaal profiel met regionaal economisch onderzoek en beheren de Regionaal Economische Monitor. Half 2026 beschikt de regio over een regionale economische investeringsagenda, waarin helder staan omschreven welke publiek-private investeringen nodig zijn voor een blijvend competitieve, gezonde en circulaire economie.
  • We helpen de ROM Utrecht Region bij het versterken van de ecosystemen Life Science & Health, Earth Valley en New Digital Society. Door de interactie tussen de ecosysteem partners te stimuleren zoals met de U-Forward ontbijtsessies (LSH), door gezamenlijke projecten en programma's op te zetten zoals voor klimaatadaptatie, circulariteit en energie management systemen. Daarbij kijken we nadrukkelijk naar kansen om Europese middelen te koppelen aan regionale projecten en programma's op te zetten.   

Beoogde resultaten:

  • We geven vanaf 2026 structureel meer ondersteuning aan de EBU om het netwerk van bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden beter in te kunnen zetten om het regionaal profiel krachtig uit te dragen bij het Rijk en de EU. De EBU en het netwerk zijn succesvol ingezet op de lobby in Den Haag en Brussel voor onder andere investeringspropositie(s), nationale en Europese subsidieaanvragen en wet- en regelgeving). De financiële bijdrage van private partijen aan de EBU is vergroot.
  • Er is een up-to-date regionaal economische monitor. En we hebben een gedragen regionaal economische investeringsagenda.
  • De ROM ondersteunt 3 publiek-private samenwerkingsprogramma's in ontwikkeling en aanvragen van financiële middelen voor specifieke projecten binnen deze programma's.  

Meerjarendoel

9.2.2

Innovatie is sterker doordat meer bedrijven gebruik maken van nieuwe kennis en inzichten.

Wat doen we?

  • In 2026 operationaliseren we de 4 actielijnen van het beleidskader Regionale Innovatiekracht. Op basis van pilots, eerste verkenningen en onderzoek in 2025 zijn in 2026 uitgewerkte werkplannen voor:
  1. Juridische en institutionele randvoorwaarden voor innovatie in de regio zijn geïdentificeerd en versterkt;
  2. Innovatieve koplopers hebben een grotere zichtbaarheid en maatschappelijke waardering. Hierdoor zijn hun producten en diensten meer bekend en geaccepteerd als nieuwe oplossingen;
  3. Vraag naar en aanbod van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen weten elkaar beter te vinden doordat de provincie een voortrekkersrol vervult in het zijn van een 'launching customer’;
  4. Met een nieuw beleid geeft de provincie, samen met gemeenten Utrecht en Amersfoort, richting aan het creëren van ruimte voor innovatie (innovatielocaties, innovatieclusters, Innovatiedistricten),
  • We geven ook in 2026 uitvoering aan de Mkb Innovatie Topsectoren-regeling (MIT), samen met het ministerie van Economische Zaken. Met deze succesvolle regeling ondersteunen we het mkb bij de uitvoering van haalbaarheidsonderzoeken en R&D-samenwerkingsprojecten, zodat zij nieuwe ideeën verder kunnen ontwikkelen en toepassen binnen hun organisatie. Dit jaar denken we tenminste 40 bedrijven te kunnen ondersteunen. De interesse in deze regeling is jaarlijks groot en er kan dan ook slechts een gedeelte van de aanvragen worden gehonoreerd. Uitdaging is de commitment van het ministerie van Economische Zaken voor de MIT Haalbaarheid.
  • Via het samenwerkingsverband Kansen voor West hebben we in de periode 2021-2027 de beschikking over Europese gelden (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) om initiatieven op het gebied van innovatie en klimaat te ondersteunen. Hier is geen provinciale cofinanciering voor nodig. In 2026 levert een deel van de openstellingen uit 2025 hun effect op via vouchers, gericht op stimulering van innovatie door ondernemers op het gebied van Health, Netcongestie, Circulariteit en New Digital Society. Daarnaast is voor 2026 een openstelling voorzien ter ondersteuning van klimaat/energie-initiatieven.

Beoogde resultaten:

  • We hebben de vier actielijnen vertaald naar concrete werkplannen om regionale ecosystemen te versterken en (mkb-)bedrijven te ondersteunen om hun innovatiekracht te vergroten:
  1. Tenminste 4 juridische obstakels voor innovatie zijn geïdentificeerd en aangepakt
  2. Met 6 communicatie –uitingen, ten minste drie innovatie awards en 10 werkbezoeken aan innovatieve koplopers wordt meer zichtbaarheid en waardering gecreëerd voor innovatieve mkb-ers.
  3. De provincie zal op twee thema's de rol vervullen van launching customer (eerste nieuwe klant) om op deze wijze de vraag naar innovatieve oplossingen vanuit het innovatieve MKB aan te jagen.  
  4. In 2026 wordt een nieuw innovatielocatiebeleid vastgesteld zodat een impuls aan innovatie kan worden gegeven door de koppeling van ruimtelijke planning aan innovatie en ecosysteemontwikkeling.
  • Het innovatieve mkb is ondersteund met de MIT-regeling met minimaal 30 haalbaarheidsonderzoeken en ongeveer 10 R&D-samenwerkingsprojecten.
  • In het kader van Kansen voor West zijn in 2026 de volgende openstellingen van kracht: 1. openstelling Innovatiestimulering mkb door vouchers en 2. openstelling Ondersteuning klimaat/energie-initiatieven. Het beschikbare bedrag is afhankelijk van de mate van uitputting van het budget t/m 2025 en zal in 2026 bekend zijn. De openstellingen dragen bij aan de doelstellingen van de Regionale Economische Agenda.

Meerjarendoel

9.2.3

Het innovatie-ecosysteem is beter met meer startups en scale-ups die bijdragen aan maatschappelijke transities passend bij het regionaal profiel.

Wat doen we?

  • In 2026 evalueren we de ROM op impact en bedrijfsvoering. Deze evaluatie beschouwen we als een belangrijke input voor de ontwikkeling van de nieuwe meerjarenstrategie en aanpassing van het businessmodel van de ROM. In 2025 heeft de Randstedelijke rekenkamer een vergelijkend onderzoek gedaan naar de ROM's van Noord en Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht, heeft een zelfevaluatie plaats gevonden van de bestuursovereenkomst over de ROM en heeft een kapitaalmarkt onderzoek plaats gevonden. Daarom hebben wij de geplande evaluatie voor 2025 verzet naar 2026.  
  • In 2026 monitoren we de activiteiten en resultaten van de incubator (Utrecht Inc./ICAT) die een meerjarige subsidie heeft ontvangen in 2025. Dit zijn organisaties die concrete dienstverlening geven aan beginnende ondernemers om een bedrijf op te richten. Het nieuwe kader (vastgesteld in 2024) legt meer nadruk op de ondersteuning van beginnende bedrijven gericht op de maatschappelijke transities, nadrukkelijk ook om circulaire starters te ondersteunen. Daarnaast is er meer aandacht voor het ondersteunen van divers en inclusief ondernemerschap, in het bijzonder vrouwelijk ondernemerschap.

Beoogde resultaten:

  • Er zijn door inzet van de ROM Utrecht Region 14 startups en scale-ups geholpen in hun groeifinanciering door twee leningen vanuit de VFF-regeling, zes investeringen vanuit het POC-fonds en zes investeringen vanuit het Participatiefonds van de ROM Utrecht Region.
  • De incubators ondersteunen gezamenlijk 100-150 beginnende ondernemers en geven inzicht in hun activiteiten om meer divers en inclusief ondernemerschap, waaronder vrouwelijk ondernemerschap, te ondersteunen. Daarvan doorlopen 50 ondernemers een validatie-programma.

Beleidsdoel

P9-3

Voldoende vestigingsmogelijkheden

Meerjarendoel

9.3.1

Werklocaties worden intensiever gebruikt en sluiten beter aan bij de marktvraag.

Wat doen we?

  • Opstellen van het Provinciaal Programma Wonen en Werken i.s.m. de regio`s en gemeenten. We benutten daarvoor de behoefteramingen en actuele inzichten in de ontwikkeling van vraag naar en aanbod van werklocaties (bedrijventerreinen, kantoren- en winkellocaties), waaronder de jaarlijkse vastgoedmonitor.   
  • We blijven inzetten op intensiever gebruik van bestaande werklocaties door de uitvoering van het Plan van Aanpak Toekomstbestendige werklocaties (NV OMU). Dit betekent 530.000 m2 bruto vloeroppervlakte (BVO)* ruimtewinst van bedrijfsruimte door intensivering en verduurzaming in 2037. Op basis van de uitgevoerde evaluatie kijken we in hoeverre aanpassing van ons beleid noodzakelijk is en in hoeverre het investeringsvermogen verhoogd dient te worden.    
  • We herijken het kantorenbeleid op basis van de kaderstelling in het Statenvoorstel aanpassing kantorenbeleid dat in juni 2025 is vastgesteld. Het herijkte kantorenbeleid treedt eind 2026 in werking bij de wijziging van de omgevingsvisie en -verordening.  
  • In 2026 wordt een nieuw Koopstromenonderzoek (KSO) doorgezet, waarmee inzicht wordt verkregen in het bestedingsgedrag binnen centrumgebieden.

Beoogde resultaten:

  • Programmeringsafspraken met drie regio’s over nieuwe werklocaties, regionale bedrijventerreinen (waarvoor kansrijke locaties zijn verkend) en intensivering van bestaande werklocaties.
  • Een nieuwe behoefteraming voor bedrijventerreinen en kantoren in 2026.
  • Intensievere benutting bedrijventerreinen door de uitvoering van het Plan van Aanpak Toekomstbestendige werklocaties (NV OMU), in 2026 is de prognose om cumulatief 65.000 m2 BVO aan hernieuwde bedrijfsruimte te realiseren. Het Plan van Aanpak Toekomstbestendige werklocaties (NV OMU) is gecontinueerd en er is duidelijkheid over extra investeringsvermogen. We verwachten in 2026 te starten met een pilot Beter Benutten vanuit het Ministerie van EZ, waarin een uitkering van € 2,5 miljoen is gekoppeld (en € 2,5 miljoen cofinanciering).
  • Inwerkingtreding herijkt kantorenbeleid in de omgevingsvisie en omgevingsverordening.
  • Het Koopstromenonderzoek (KSO) wordt afgerond en er vinden minimaal 2 kennissessies plaats over het thema vitale centrumgebieden.  

Meerjarendoel

9.3.2

Werklocaties zijn duurzamer (circulair, klimaat, energie, gezondheid) en economisch krachtiger.

Wat doen we?

  • We nemen deel aan het programma Werklandschappen van de Toekomst en zetten daarmee in op groene, gezonde en klimaatadaptieve bedrijventerreinen. De kennis die wordt opgedaan in het living lab en de ambassadeursterreinen wordt gedeeld met andere bedrijventerreinen. In 2026 wordt de zwermaanpak (beweging) om meerdere bedrijventerreinen te vergroenen en klimaatadaptief te maken, geconcretiseerd.  
  • Organisatiegraad op bedrijventerreinen en verduurzaming van bedrijventerreinen stimuleren we vanuit de Specifieke Uitkering Bedrijfsmatig Vastgoed (SpUk BV). Vanuit de SpUk BV wordt ingezet op stimulering van energiebesparing en gebouwgebonden opwekking bij bedrijven door een regionale aanpak op bedrijventerreinen met aanjagers en een ontzorgingsprogramma voor het mkb met de inzet van duurzaamheidscoaches en energiescans.
  • Met het oog op de belemmering van netcongestie bij de uitgifte en realisatie van nieuwe bedrijventerreinen en de onzekerheid van de duur van deze problematiek, ondersteunen we gemeenten in de uitvoer van een aantal onderzoeken naar de haalbaarheid (technisch, economisch, juridisch) van het ontwikkelen van deze bedrijventerreinen (deels)llos van het elektriciteitsnet. Het doel is om te komen tot een bredere aanpak en kennisdeling die in de gehele provincie ingezet  kunnen worden bij de uitgifte en realisatie van nieuwe bedrijventerreinen.  
  • In 2026 werken we aan een ruimtelijk-economisch plan voor een circulaire economie.  

Beoogde resultaten:

  • In 2026 is vanuit het Programma Werklandschappen van de Toekomst gestart met de eerste uitvoeringsprojecten op het living lab en de twee ambassadeursterreinen binnen de provincie Utrecht. Er is gestart met de zwermaanpak en de voucherregeling. Daarnaast vindt kennisdeling plaats over de aanpak op de drie pilotterreinen.  
  • Per 1 mei 2027 is op minimaal 27 bedrijventerreinen de samenwerking tussen bedrijven verbeterd en zijn voor minimaal 451 bedrijven energiescans en energiebesparende adviezen opgeleverd, waarvan de realisatie wordt gemonitord. In de 2026 zetten we nieuwe stappen richting de doelen voor 2027.   
  • Via 6 pilots onderzoeken we samen met gemeenten de haalbaarheid van het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen (deels) los van het elektriciteitsnet.  

Meerjarendoel

9.3.3

Er zijn meer en sterkere innovatielocaties die passen bij het regionaal profiel.

Wat doen we?

  • In 2026 geven we verdere uitwerking aan regionaal beleid ten aanzien van innovatielocaties met daarbij een duidelijke positionering van de provinciale rol, bijbehorende activiteiten en ondersteunende instrumenten.
  • Het bevorderen van structurele samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijven en overheden op innovatielocaties en binnen het brede regionale innovatiesysteem.
  • Het faciliteren van de ruimtelijke, economische en duurzame ontwikkeling van innovatielocaties.  

Beoogde resultaten:

  • In 2026 hebben we een ontwikkelstrategie gemaakt om het provinciale beleid voor innovatielocaties verder vorm te geven, waarbij wordt ingezet op complementariteit en samenwerking tussen de verschillende innovatielocaties.
  • De samenwerking tussen partners op USP Utrecht, satellietlocaties en in het regionale ecosysteem is versterkt.   
  • We verkennen de haalbaarheid van het programmeren van ruimte voor innovatielocaties.  

Wat gaat het kosten?

Beleidsdoel
Meerjarendoel

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2026

Begroting 2027

Begroting 2028

Begroting 2029

P9-1

Toekomst bedrijfsleven en werknemers

-3.611

-3.565

-5.045

-4.035

-2.385

-2.385

P9-1-1

Arbeidsmarkt functioneert beter

-2.632

-2.326

-3.562

-2.962

-1.312

-1.312

P9-1-2

Digitalisering bedrijven en werknemers

-509

-692

-909

-709

-709

-709

P9-1-3

Dienstverlening voor (mkb) ondernemers b

-470

-547

-573

-363

-363

-363

P9-2

Bedrijven werken aan innovaties maatscha

-6.344

-7.153

-7.170

-7.298

-6.898

-6.898

P9-2-1

Samenw. regio krachtiger en effectiever

-789

-994

-806

-750

-750

-750

P9-2-2

Innovatie en vestigingsklimaat is beter

-2.649

-3.289

-3.734

-3.874

-3.474

-3.474

P9-2-3

Het startup klimaat is beter

-2.906

-2.870

-2.630

-2.674

-2.674

-2.674

P9-3

Voldoende vestigingsmogelijkheden

-725

-1.141

-2.900

-1.550

-750

-750

P9-3-1

Werklocaties intensiever gebruikt

-735

-872

-2.633

-1.283

-483

-483

P9-3-2

Werklocaties zijn duurzamer

10

-269

-267

-267

-267

-267

Totaal programma voor bestemming

-10.680

-11.858

-15.115

-12.883

-10.033

-10.033

Voorstel resultaatbestemming

Onttrekkingen

0

13.129

5.150

0

0

0

Toevoegingen

707

17.750

3.000

3.000

3.000

0

Totaal voorstel resultaatbestemming

-707

-4.621

2.150

-3.000

-3.000

0

Totaal P9

Economie na bestemming

-11.387

-16.479

-12.965

-15.883

-13.033

-10.033

Deze pagina is gebouwd op 09/24/2025 09:06:45 met de export van 09/24/2025 08:28:15