Wat gaan we daarvoor doen?

Bij dit onderdeel staan op hoofdlijnen de activiteiten die we gaan uitvoeren:

5.1   Versterken en koesteren netwerk

1. Tot 2035 inzet op ‘Beter benutten’ en doorontwikkelen samenhangend systeem van trein, tram, Bus Rapid Transit (BRT), bus en aanvullend OV waarbij we ons fijnmazige OV-basisnetwerk, met ook een goede OV bereikbaarheid voor het landelijke gebied behouden en de grote corridors versterken. In 2026 staan uitbreiden en opwaarderen van het BRT-netwerk van U-liner en U-link en de ontwikkeling van Publieke Mobiliteit hierbij centraal.  
2. In samenhang uitwerken van de verstedelijkingsopgave en de grootschalige ontwikkelingen in het OV na 2035 (OV-schaalsprong). Dit door nu verkenningen en planstudies uit te voeren zodat tijdig kan worden gestart met OV-infrastructuur projecten die een langere doorlooptijd kennen. 
3. Het ontwikkelen van een reisproduct waar alle minima van kunnen profiteren en het verbeteren van toegankelijkheid van haltes. 

5.2   Duurzaam concessiemanagement

1. Zorgen voor een goede start van de uitvoering van de nieuwe concessies. Hier gaan we actief op sturen.  
2. Implementeren van het beleid dat voortkomt uit de actielijn ‘Versterken en koesteren van het OV-netwerk’. Zoals onder meer de invoering van het rijden van de tramlijn naar Utrecht Science Park in het weekend, het stapsgewijs versterken van OV naar grootschalige woningbouwlocaties en producten voortkomend uit de ontwikkeling reisproducten voor minima en van publieke mobiliteit.    

5.3   Aantrekkelijke knooppunten

1. Opstellen richtlijn, inclusief prioritering, voor knooppunten 
2. Sturing geven aan integrale invulling van de prioritaire knooppunten.  
3. Opzetten nieuwe governance voor integrale hubaanpak, als onderdeel van publieke mobiliteit, met specifieke aandacht voor deelmobiliteit. 

. 

5.4   Duurzaam beheer en realisatie van ov-infrastructuur

1. Uitvoering geven aan de Beheervisie OV-assets 2025-2029, inclusief Beheerplancyclus en opstellen Jaarverslag Railveiligheid 2026. 
2. Actualiseren van het Systeemeisenmanagement van de OV-assets, inclusief de klimaat- en circulariteitseisen. 
3. Versterken en ontvlechten van de rollen en taken tussen bevoegd gezag/opdrachtgever en beheerder/opdrachtnemer bij de ov-assets.