3. Bodem, water en milieu

Wat gaan we daarvoor doen?

Bij dit onderdeel staan op hoofdlijnen de activiteiten die we gaan uitvoeren:

3.1   De waterveiligheid en klimaatadaptatie is gewaarborgd

  1. Toezicht houden op de waterkeringen en werken aan gevolgbeperking bij overstromingen vanuit de provinciale wettelijke taken.
  2. Opnemen van geactualiseerde kaders en regels voor woon- en werklocaties met het oog op risico's door overstromingen, bodemdaling, wateroverlast en zoetwaterbeschikbaarheid.  
  3. Realiseren van de doelen van het programma Mooie en Veilige Dijken. Daarbij wordt de planning en kasritme geactualiseerd.
  4. Versnellen en intensiveren van klimaatadaptatie door het nemen van klimaatadaptieve maatregelen uit het 2e Uitvoeringsprogramma Klimaatadaptatie 2025-2028.

3.2   De zoetwatervoorziening en het oppervlaktewater zijn van goede kwaliteit

  1. Uitvoeren van aanvullende maatregelen die bijdragen aan de KRW. De basis hiervoor is het Concept Uitvoeringsprogramma Impuls Kaderrichtlijn Water 2025-2027 Provincie Utrech t. Beoogd is om deze in het najaar 2025 vast te stellen. De nadruk ligt op het beperken van de emissies van aanpak gewasbeschermingsmiddelen op het grond- en oppervlaktewater, voldoende grondwater voor natuur en aanpak verontreinigingen bij lozingsvergunningen. Daarnaast werken we aan het vastleggen van de geactualiseerde KRW-doelen in het ontwerp Bodem- en waterprogramma 2028-2033.  
  2. Samen met de partners van de Deltaregio Centraal Holland vastleggen van een voorkeursstrategie voor het gebied en het vaststellen van een maatregelenpakket om wateroverlast te voorkomen. De zoekgebieden voor waterberging worden vastgelegd in de gewijzigde Omgevingsvisie en uitgewerkt in het nieuwe Bodem- en waterprogramma 2028-2033.
  3. Uitvoeren van maatregelen in het kader van de Blauwe Agenda Utrechtse Heuvelrug en de Zoetwaterregio Oost Nederland (ZON). Dit zijn o.a. maatregelen om te veel en te weinig water te voorkomen (zie ook 3.3).

3.3   Bodem- en grondwatersysteem is schoon en robuust

  1. Het uitvoeren van bodem- en grondwatersaneringen vanuit onze wettelijk taak. De basis is het Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond 2025-2028.
  2. Verbeteren grondwaterkwaliteit en grondwaterkwantiteit op basis van maatregelen uit het  Concept Uitvoeringsprogramma Impuls Kaderrichtlijn Water 2025-2027 Provincie Utrech t, met als doel voldoende schoon grondwater voor de functies drinkwater, natuur en landbouw.
  3. Aanjagen van de samenwerking aan de drinkwateropgave via de Drinkwaterraad Utrecht.
  4. Inhoudelijke voorbereiden van de actualisatie van de beleidskaders voor bodem en ondergrond in het nieuwe Bodem- en waterprogramma 2028-2033.

3.4   De leefomgeving is gezond en veilig

  1. Adviseren over een gezonde leefomgeving door gebruik te maken van de gezondheidsscan en onderzoekt hoe gezondheidskennis een basis kan vormen voor ruimtelijke keuzes. Samen met gemeenten en andere partners wordt gewerkt aan de uitvoering van gezondheidsambities en het vergroten van kennis en bewustwording bij inwoners, waaronder scholieren, om gedragsverandering te stimuleren.
  2. In het kader van het verbeteren van de die naderen aan de WHO-advieswaarden, beleidslijnen en een routeplan voor 2030 worden ontwikkelen in lijn met de nieuwe EU-grenswaarden. Uitvoeringsmaatregelen zoals elektrificatiepunten voor binnenvaartschepen en samenwerking met gemeenten op het gebied van houtstook worden ondersteund door participatie- en innovatieprojecten, waaronder citizen science-initiatieven voor luchtkwaliteit.
  3. Uitvoeren van het nieuwe Actieplan geluid, inclusief de saneringstaak onder de Omgevingswet en evaluatie van stiltegebieden, en implementeren de Geluidproductieplafonds (GPP’s). Daarnaast wordt samengewerkt met gemeenten om de negatieve gezondheidseffecten van geluid te beperken binnen de Samenwerkingsagenda geluid.
  4. Organiseren een proces om een regio-breed gedragen gebiedsadvies over vliegverkeer op te stellen, zoals gevraagd door het Rijk. Daarnaast worden vliegtuigbewegingen en de bijbehorende gezondheidseffecten gemonitord, en wordt onderzocht welke aanpassingen aan het eigen kleine luchtvaartbeleid mogelijk en wenselijk zijn om de hinder beperkt te houden.
  5. De Veiligheid willen we beter waarborgen,  door de uitvoering van de ontwikkelde handreiking ruimtelijke ordening en externe veiligheid en waar nodig aangevuld in gemeentelijke plannen. Daarnaast worden de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen gemonitord en de impact van de energietransitie op de veiligheid in de provincie Utrecht onderzocht, met specifieke aandacht voor waterstofdragende stoffen.We doen dat door de samenwerking met omgevingsdiensten, Veiligheidsregio Utrecht en Utrechtse gemeenten om externe veiligheidsrisico’s in omgevingsvisies en -plannen te beperken, en dus de deelname aan de stuurgroep basisnet om risico’s van gevaarlijke stoffen tijdens vervoer te reduceren. Daarnaast onderzoeken van de noodzaak van regels voor externe veiligheid in de provinciale omgevingsverordening.
  6. De uitvoering van de VTH-taken wordt inhoudelijk en financieel verbeterd door het volgen van het Uitvoeringsprogramma VTH 2025 en het verbeteren van de monitoring op doelen uit de Uitvoering- en Handhavingsstrategie. Daarnaast wordt bijgedragen aan het proces van het realiseren van één gezamenlijke omgevingsdienst in Utrecht.

3.5   De bodemdaling en broeikasgasuitstoot in het veenweidengebied is verminderd

  1. Bijdragen leveren aan diverse onderzoeks- en pilottrajecten die tot doel hebben om de kennis over bodemdaling en broeikasuitstoot te vergroten. Deze kennis gebruiken we om de aanpak van bodemdaling in de Utrechtse veenweidegebieden te verbeteren. Het gaat o.a. om het uitvoeren van onderzoeken in het kader van het Veenweiden Innovatie Centrum (VIC) en het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV).
  2. Subsidiëren van bodemdalingremmende maatregelen, zoals de aanleg van Waterinfiltratiesystemen, om hiermee uitvoering te geven aan de Regionale Veenweiden Strategie.
  3. In samenwerking met de waterschappen verder uitwerken van het beleidskader voor het tegengaan van bodemdaling in de veenweidegebieden. Dit als uitwerking van het UPLG. Het UPLG is beoogd om in het voorjaar van 2026 vastgesteld te zijn.

Prestatie-indicatoren

Prestatie-indicatoren

Eenheid

Realisatie
2024

Streefwaarde

Begroting
2026

Begroting
2027

Begroting
2028

Begroting
2029

P3-1

Waterveiligheid en klimaatadaptatie

Veiligheid regionale waterkeringen

Getal

82%

100%

-

-

-

-

Omschrijving:

Het percentage regionale waterkeringen dat aan de veiligheidsnorm voldoet

Toelichting:

Jaarlijks rapporteren de waterschappen de toets op veiligheid van de regionale keringen aan de provincie Utrecht. Dit geeft een nieuw veiligheidsbeeld en een overzicht van de noodzakelijke verbeterplannen voor de afgekeurde regionale keringen.
De toetsing is een cyclus van 12 jaar. Keringen worden tijdens deze cyclus getoetst, maar ook verbeterd. Ook wordt de invloed van klimaatverandering meegenomen in de toetsing. Als een kering (nog) niet voldoet betekent dat niet dat er direct gevaar dreigt. Voordat de kering verbeterd is, kan het waterschap beheersmaatregelen nemen om de waterveiligheid te waarborgen. Let op: door de jaren heen kan de opgave veranderen (bijvoorbeeld door aanpassing van de status van een dijk), en daarmee kan de indicator een vertekend beeld geven van de voortgang. Daarom worden PS jaarlijks met een uitgebreide Statenbrief over de voortgang van de verbeteropgave geïnformeerd.

Bron:

Voortgangsrapportages waterschappen

P3-5

Bodemdaling en broeikasgasuitstoot

Bodemdaling

Getal

0

400

400

Omschrijving:

Het aantal aangelegde hectares per jaar met technische maatregelen om de bodemdaling te remmen, die medegefinancierd zijn door de provincie.

Toelichting:

Bron:

Interne gegevens, Waterschappen

Deze pagina is gebouwd op 09/24/2025 09:06:45 met de export van 09/24/2025 08:28:15