4. Klimaat en energietransitie

Wat willen we bereiken?

4.1 De gebouwde omgeving en bedrijven gebruiken minder energie en worden duurzamer verwarmd en gekoeld.  

  1. Een vermindering van het energiegebruik per inwoner van 1,5% per jaar. 
  1. Een groter aandeel duurzame warmtebronnen voor het verwarmen van gebouwen. 

4.2 De opwekking van duurzame elektriciteit is sterk toegenomen.  

  1. Vergroten van het aandeel duurzame energie (zon op dak, zon op land en wind op land) om in 2030 minimaal 55% van het elektriciteitsgebruik in de provincie Utrecht op te wekken uit hernieuwbare bronnen. 
  1. Minimaal 50% lokaal eigendom bij de realisatie van (grootschalige) hernieuwbare elektriciteitsprojecten. 

4.3 Het energiesysteem is beter geïntegreerd, innovatief, duurzaam en betaalbaar   

  1. Beperken van de duur en impact van netcongestie door het sneller (helpen) realiseren van de noodzakelijke netuitbreidingen. En door partners en belanghebbenden te helpen slimmer gebruik te maken van het elektriciteitsnet. 
  1. Een (ruimtelijke) programmering van het energiesysteem (opwek, opslag en transport van energie) en betere afstemming van andere ruimtelijke ontwikkelingen hierop.  
  1. Innovaties leveren een bijdrage aan het versnellen van de energietransitie in de provincie Utrecht en aan een toekomstbestendig, slim energiesysteem. 

4.4 De energie-infrastructuur is beter afgestemd op vraag en aanbod van (duurzame) energie 
In de Kadernota 2026 is de doelenboom voor programma 4 gewijzigd. In de gewijzigde doelenboom vervalt dit beleidsdoel. De doelen voor energie-infrastructuur zijn nu onderdeel van beleidsdoel 4.3. 

4.5 Het ondersteunen van de transitie naar een circulaire samenleving is sterker en meer integraal   

  1. Het realiseren van de drie doelen uit de Beleidsvisie Circulaire Samenleving 2050, te weten (1) minder milieudruk, (2) meer leveringszekerheid en (3) een toekomstgerichte regionale economie.  
  2. Daartoe verminderen van het gebruik van primaire abiotische (voor het eerst gebruikte, niet hernieuwbare) grondstoffen in en door de provincie Utrecht.  
  3. Daartoe versnellen van de transitie naar een circulaire samenleving door focus op de vijf in de MTS vastgestelde focusthema’s. 1. Opdrachtgeverschap, inkoop en subsidies 2. Ruimte 3. Circulair (ver)bouwen 4. Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) 5. Bedrijven en ketens 

4.6 De transitie naar een klimaatneutrale samenleving wordt concernbreed beter verankerd en gemonitord.   

  1. Verlaging van de broeikasgasuitstoot in de gehele provincie Utrecht met 55% in 2030 (ten opzichte van 1990) en netto nul uitstoot in 2050. We kunnen de uitstoot van broeikasgassen met ongeveer 95% verminderen. De laatste 5% uitstoot zal er ook nog in 2050 zijn. Door CO2 uit de atmosfeer te onttrekken – zogenaamde negatieve emissies – kunnen we naar netto nul emissies in 2050.  
  2. Daartoe sturen op de indicatieve restemissies per klimaattafel (klimaatsector).  
  3. Met de eigen organisatie zelf het goede voorbeeld geven t.a.v. het terugdringen van de broeikasgasuitstoot. 

Effectindicator

Eenheid

Realisatie
2024

Streefwaarde

Begroting
2026

Begroting
2027

Begroting
2028

Begroting
2029

P4-2

Duurzame elektriciteit

Duurzaam opgewekte elektriciteit

%

N.N.B.

55

36

39

42

47

Omschrijving:

Het percentage duurzaam opgewekte elektriciteit van het totale elektriciteitsverbruik in de provincie.  

Toelichting:

Bron:

Energiemonitor

Hernieuwbare energie (V-3)

Getal

N.N.B.

20

15

16

17

18

Omschrijving:

De totale productie van hernieuwbare energie in peta joule (PJ).

Toelichting:

Bron:

Energiemonitor

P4-5

Circulaire Samenleving

Grondstofgebruik

Mton CO2-eq

10,65

<2025

<2026

<2027

<2028

Omschrijving:

Verminderen van het gebruik van primaire abiotische (voor het eerst gebruikte, niet hernieuwbare) grondstoffen in en door de provincie Utrecht. De provincie heeft hier beperkt sturing op en nog geen nieuwe cijfers.

Toelichting:

Bron:

Grondstoffenmonitor provincie Utrecht

Productie afval

Mton

N.N.B.

<2.71

<2026

<2027

<2028

Omschrijving:

De totale productie van afval in de provincie Utrecht. Het gaat om het totale verbruik van inwoners en bedrijven. Dit bedroeg 2.71 Mton in 2019. De provincie heeft hier beperkt sturing op en nog geen nieuwe cijfers.

Toelichting:

Bron:

Grondstoffenmonitor provincie Utrecht

P4-6

Klimaatneutrale Samenleving

Emissie broeikasgassen

Mton CO2-eq

N.N.V

<2025

<2026

<2027

<2028

Omschrijving:

De totale emissie van broeikasgassen in absolute aantallen volgens de bronbenadering, waarbij de locatie van de bron van de emissies leidend is (in plaats van de locatie van de verbruiker).  

Toelichting:

Bron:

RIVM Emissieregistratie

Deze pagina is gebouwd op 09/24/2025 09:06:45 met de export van 09/24/2025 08:28:15