Hoofdstuk 3 - Paragrafen

3.4 Financiering

Een revolverend fonds kan worden ingezet als middel om andere financieringsinstrumenten (lening, garantie, deelneming) te realiseren, waarbij de aflossing en of het rendement terugvloeien naar het fonds. Door het gebruik van revolverende fondsen worden middelen dus niet eenmalig uitgeven, maar revolverend of renderend en met een structureel effect ingezet. Het fonds houdt zichzelf in stand, met het doel middelen efficiënt in te zetten en met hetzelfde vermogen in meerdere projecten te investeren. Naast het geld dat wij zelf beschikbaar stellen is het vaak onze ambitie cofinanciering aan te trekken, bijvoorbeeld vanuit private partijen of vanuit Europa of het Rijk. Dit wordt de hefboomwerking of het multiplier-effect genoemd.

Er zijn vier revolverende fondsen, waarin we via kapitaalverstrekking of garantieverlening  deelnemen. Dat zijn Gebiedsontwikkelingsfonds Mooi Rijnhuizen (1), N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU) (2), de ROM Regio Utrecht (3) , Setu (4) en het Ontwikkelfonds Opwek (5) . De gevraagde onderwerpen uit Amendement 10 inzake nota financieringsbeleid provincie van 4 maart 2020 zijn hieronder bij de revolverende fondsen verwerkt.

In bijlage 8 is informatie opgenomen over het doel en de basisgegevens van de revolverende fondsen.

(1) Gebiedsontwikkelingsfonds Mooi Rijnhuizen

De mate waarin met de fondsen de beoogde doelen worden gerealiseerd

Momenteel heeft de gemeente voor ongeveer € 8 miljoen aan contracten afgesloten met ontwikkelaars, 0,5 miljoen meer ten opzichte van vorig jaar. Afhankelijk van de fase van ontwikkeling van een woningbouwproject wordt geld afgedragen aan het fonds. Hierdoor kan de kapitaalinleg van de provincie in het revolverend fonds opnieuw ingelegd worden voor de volgende fase.

Een deel van de opbrengsten uit de bouw van de woningen wordt ondergebracht in het gebiedsontwikkelingsfonds Mooi Rijnhuizen. Vanuit het fonds zijn inmiddels 3 straten en 3 parkdelen gefinancierd en aangelegd. Om Mooi Rijnhuizen te ontwikkelen tot een prettige woon- en werkwijk, wordt vanuit het fonds ook bijgedragen aan de ontwikkeling van groen en recreatie. Een voorbeeld hiervan is het ontwikkelen van een samenhangend en hoogwaardig park. Hierbij zal nadrukkelijk aandacht worden besteed aan de samenhang en verbinding vanuit ecologisch en cultuurhistorisch perspectief, zoals het verbinden van elementen uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) en het verbinden van de kastelen in Nieuwegein. Door het herstellen van het landschapspark Rijnhuizen en het zichtbaar en leefbaar maken van cultuurhistorie kan het Park meer betekenen voor het gebied Rijnhuizen, noord Nieuwegein en mogelijk ook de regio. Vanuit het fonds wordt onder meer de aanleg van fietsbrug(gen) gefinancierd om het gebied te ontsluiten met Nieuwegein City en NHW.
Daarnaast zijn onderzoeken uitgevoerd en ingrepen gedaan op gebied van klimaatadaptatie en bereikbaarheid van het gebied.

Realisatie van revolverendheid

Gemeente en provincie zijn in 2015 een samenwerking aangegaan met betrekking tot het revolverend fonds. De uitgaven van de gebiedsexploitatie bevinden zich momenteel in fase 4.
Het is in dit stadium dan ook nog niet toetsbaar of hiermee de beoogde revolverendheid wordt gerealiseerd.

(2) Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht (OMU)

De mate waarin met de fondsen de beoogde doelen worden gerealiseerd

OMU is op basis van voorlopige gegevens tot en met 2024 betrokken bij de herontwikkeling van ongeveer 45 ha. bedrijventerrein (7 ha. in portefeuille) en de transformatie van ruim 110.000 m2 kantoren.

 Realisatie van revolverendheid

De investeringen en financieringen van afgeronde projecten zijn inmiddels allemaal volledig teruggekomen. De projecten hebben daarbij een gemiddeld jaarlijks rendement behaald van tussen de 6-8% (bij een gemiddelde looptijd van 4-5 jaar). De maximale omvang van een  financiering uit het transformatiefonds is € 2 miljoen per project. Voor de herstructuringsfondsen is het maximum € 10 mln. per project. OMU heeft tot en met 31 december 2024 ruim € 35 miljoen aan investeringen en financieringen uitgezet in projecten (nog los van faciliterende rol van OMU bij projecten).  De oorspronkelijke € 16 miljoen is per eind 2024 ruim 2 keer in omloop geweest. Voor het herstructureringsfonds is € 27 miljoen geïnvesteerd en is de omloop nog 1.

(3) Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM)

De mate waarin met de fondsen de beoogde doelen worden gerealiseerd

Het Participatiefonds is in de zomer van 2020 gestart. In 2024 zijn er acht investeringen vanuit het Participatiefonds gedaan voor in totaal € 7,3 miljoen. Hiermee is een additionele € 5,6 miljoen aan privaat kapitaal aangetrokken. In totaal is er nu € 14,9 miljoen gecommitteerd en € 21 miljoen additioneel privaat kapitaal aangetrokken.

In 2024 zijn er vanuit het SIF (gestart in 2024) 5 investeringen gedaan voor een totaal gecommitteerd bedrag van € 1,6 miljoen. Daarbij is € 2,0 miljoen additioneel privaat kapitaal aangetrokken.

Voor het VFF zijn 3 investeringen gedaan voor een totaalbedrag van
€ 0,5 miljoen. In totaal zijn 6 investeringen gedaan voor een bedrag van € 1,3 miljoen.
De investeringen zijn gedaan in bedrijven die allen passen binnen de kaders van de REA. 

De ROM Utrecht Region heeft vanaf de start direct uitvoering gegeven aan de Corona Overbruggingslening (COL-regeling) van het Ministerie EZK. Via deze regeling zijn met rijksmiddelen 97 leningen verstrekt voor in totaal € 20 miljoen aan startups, scale-ups en innovatief mkb. Inmiddels hebben 62 bedrijven de lening volledig afgelost en hebben 10 bedrijven faillissement aangevraagd en 2 bedrijven een WHOA-traject doorlopen.

Vooralsnog zijn er geen redenen om aan te nemen dat de doelen niet worden behaald, mede gelet op het relatief korte bestaan van de ROM Utrecht Region. De vraag in welke mate de beoogde doelen worden gerealiseerd, wordt in het najaar 2025 in lijn met de formats van de Nota Samenwerkende partijen geëvalueerd. In 2026 vindt de ROM ook vanuit beleidsmatig-opdrachtgevend perspectief geëvalueerd.

Realisatie van revolverendheid

De revolverendheid van het Participatiefonds van de ROM is door het korte bestaan en de geringe omvang van de uitstaande investeringen op dit moment nog niet goed toetsbaar. Het zal nog een aantal jaar duren voordat we hier beter zicht op krijgen, omdat veel investeringen op dit moment nog gewaardeerd zijn tegen ‘verkrijgingsprijs’. Via de reguliere P&C-cyclus wordt beoordeeld of een waarde-afschrijving noodzakelijk is en indien nodig door de aandeelhouders een reservering voor opgenomen. Op dit moment bestaat er nog geen aanleiding om afschrijvingen door te voeren. Tevens wordt de portefeuille van het fonds periodiek beoordeeld op het presteren van het participatiefonds.

(4) Stichting Energiefonds Utrecht (SETU)

De mate waarin met de fondsen de beoogde doelen worden gerealiseerd

SETU zorgt ervoor dat energiebesparende/opwekkende initiatieven zich kunnen ontplooien door ze duurzaam te financieren.
Het beschikbare fondsvermogen kan tot 2037 2 – 2,5x worden uitgeleend aan nieuwe initiatieven.

Realisatie van revolverendheid

Per ultimo Q4 2024 is het risico-aandeel op de uitstaande financieringen 3,3% van het totaal aan uitstaande leningen binnen het provinciale deel van het fonds. Het totaal van de uitstaande leningen bedraagt € 9,1 miljoen.
De gemiddelde looptijd van een verstrekte lening is 7,3  jaar. De hefboom van het fonds bedraagt over de looptijd 3,9. Het beschikbare fondsvermogen is van 2018 tot 2024 1,1 keer uitgeleend. Er is nog geen gebruik gemaakt van de risicoreservering.

(5) Ontwikkelfonds Opwek (Stichting Groenfonds en Energie Samen)

De mate waarin met de fondsen de beoogde doelen worden gerealiseerd

Uit het huidige fondsvermogen is ca. 1,5 mln. uitgezet aan projectleningen. Er zijn nog geen projecten afgeboekt. De verwachting is dat eind 2025 het eerste project (een zonneveld) financial close bereikt.

 Realisatie van revolverendheid

Op basis van prognoses van de fondsmanager (peildatum 1 januari 2025) is op basis van de waarde van uitzettingen ten opzichte van wat daadwerkelijk uit de projectendepots is opgenomen sprake van een revolverendheid van 76%. Dit is gebaseerd op ca € 380.000 aan opnames en is een te geringe basis om voorspellingen te doen voor het gehele fondsvermogen.

Deze pagina is gebouwd op 09/24/2025 09:06:45 met de export van 09/24/2025 08:28:15