Wat willen we bereiken?

2.1   Het natuurnetwerk (NNN) is robuust (ontwikkeld) 

Behoud en herstel van biodiversiteit door:

1. De realisatie van 1.616* hectare NNN door middel van functieverandering in de periode 2011-2030 waarvan 1.109 * hectare is gerealiseerd t/m 2024. De restantopgave per 1-1-2025 is 507 hectare**.  

2. De realisatie van 4.381* ha inrichting NNN in de periode 2011-2030 waarvan 2598 * hectare is gerealiseerd t/m 2024. De restantopgave per 1-1-2025  is 1.784 *** hectare.  

3. Uitvoering van het Strategisch bosbeleid. De realisatie van 1.500 ha nieuw bos en het verbeteren van de kwaliteit van bestaande bossen (revitalisering). Uitvoering van het strategisch bosbeleid draagt bij aan het behalen van onze doelen voor UPLG, NNN, VHR, groenblauwe dooradering, agroforestry en Groen Groeit Mee.  

* Vanwege de herindeling van de gemeente Vijfheerenlanden in 2019 zijn de cijfers voor natuurrealisatie aangepast. De realisatie vanaf 2011 tot 2029 door de provincie Zuid Holland was eerder nog niet in onze cijfers opgenomen.  
** Bij de jaarrekening 2024 is aangegeven dat de restantopgave 496 ha bedroeg. Als gevolg van een herbegrenzing van provinciale grond als onderdeel van een kavelruil zijn getallen aangepast.     
*** Bij de jaarrekening 2024 is aangegeven dat de restantopgave 1.783 ha bedroeg. Nadien zijn er echter kleine grenscorrecties doorgevoerd. 

2.2   De kwaliteit van de natuur is goed/divers en veerkrachtig

In de kadernota zijn voor de uitvoering van het faunabeleid (wolf en faunaschade) extra middelen toegekend die zijn verwerkt in deze begroting. De ontwikkeling van de kosten voor faunaschade blijft onvoorspelbaar en indien nodig stellen we bij via de P&C cyclus producten.De extra toegekende middelen voor monitoring worden ingezet voor extra bemensing gericht op uitvoering van de wettelijke verplichtingen rondom monitoring. Daarmee kan gestart worden met de uitvoering van integrale monitoringsplannen voor alle Natura 2000 gebieden en de uitvoering van de SNL monitoring. In 2026 wordt gestart met de uitwerking van een gebiedsgerichte aanpak voor beschermde soorten in het buitengebied. In een pilot verkennen we de problematiek benoemd in de motie Geef dieren in het wild rust en ruimte en de reikwijde van het vraagstuk.  

1. Effectief en efficiënt beheer van bestaande bos- en natuurgebieden en gebieden met agrarisch natuurbeheer. 
2. Realisatie UPLG doelen met instrumenten en middelen die hiervoor al beschikbaar zijn.  
3. Met het Omgevingsprogramma Faunabeleid en Monitoring (OFM) wordt de balans gezocht tussen de bescherming en het behoud van (beschermde) diersoorten en het beperken van schade en overlast die ze veroorzaken.  
4. Met versterkte aanpak en samenwerking werken aan beheersing en monitoring van invasieve exoten in onze provincie. 
5. Behoud en versterking van biodiversiteit door de staat van instandhouding van soorten te onderzoeken, te borgen en te versterken. 

2.3   De verbinding tussen natuur, mensen en maatschappij is sterk

1. Natuur is van groot belang voor de mens, het draagt bij aan een gezonde woon- en werkomgeving. Natuurgebieden zijn toegankelijk en beleefbaar.  
2. Mensen die actief als vrijwilliger willen bijdragen aan natuur- en landschapsbeheer kunnen daar informatie over vinden en worden ondersteund door partnerorganisaties zodat ze deskundig en veilig kunnen werken in de natuur. 
3. Meer mensen zijn betrokken bij de natuur door subsidies voor projecten die beleving van natuur vergroten en door groene bewonersparticipatie. 

2.4   Duurzaamheid is een substantieel onderdeel van de Utrechtse landbouw

De landbouwsector is van belang voor de provincie Utrecht. Bijna de helft van het grondgebied in onze provincie is landbouwgrond. De landbouw produceert voedsel en speelt een grote rol in de kwaliteit van het landelijk gebied. De inzet voor de agrarische sector staat uitgebreider beschreven in de begin 2025 vastgestelde visie ‘Toekomst landbouw en voedsel Provincie Utrecht 2050’ en ons UPLG. 2026 is het eerste jaar dat het Programma Landbouw en Voedsel (vaststelling gepland uiterlijk begin 2026) in uitvoering komt. We streven naar een landbouwsector met economisch rendabele bedrijven die circulair, natuurinclusief, klimaatneutraal en dierwaardig zijn (kringlooplandbouw), en dicht bij de inwoners staan. De instrumenten die hieraan moeten bijdragen krijgen een plek in het Programma en staan verder onder meer in de omgevingsvisie en verordening en het UPLG. Onze inzet op hoofdlijnen: 

1. Het landbouw- en voedselsysteem opereert meer binnen de grenzen van de fysieke leefomgeving en werkt meer natuurinclusief.  

2. Agrarische bedrijven hebben economisch perspectief in combinatie met een duurzame bedrijfsvoering.  

3. Utrechtse voedselproducenten produceren meer voor de regionale markt en Utrechtse inwoners kunnen gemakkelijker kiezen voor gezond en duurzaam voedsel.  

2.5   De leefbaarheid van het landelijk gebied is door lokale initiatieven versterkt

1. We ondersteunen lokale initiatieven die gericht zijn op het bevorderen van de sociale cohesie in kleine kernen. Daarmee versterken we de leefbaarheid in het landelijk gebied.